Jubal Lee Young is de zoon van Steve Young — de man met die karakteristieke stem, eind jaren zestig nog een grote belofte met het tijdloze Seven Bridges Road (later beroemd geworden in de uitvoering van The Eagles). Steve schreef ook klassiekers als Lonesome, On’ry and Mean (Waylon Jennings) en The White Trash Song.
Na een lange stilte keerde Jubal Lee vorig jaar terug met zijn zesde album, zijn eerste sinds Wild Birds Warble (2024). Waar dat album veel eer betoonde aan zijn vader, met covers van o.a. David Olney, Mickey Newbury en Townes Van Zandt, bestaat Squirrels uitsluitend uit eigen werk.
Young toont zich een begenadigd songwriter, stevig geworteld in country en folk – vooral met Texaanse inslag. De begeleiding is akoestisch en rijk geschakeerd: gitaar, dobro, banjo, mandoline, fiddle, accordeon, harmonica, bas en zelfs een vleugje bouzouki. In zijn teksten is hij openhartig en persoonlijk, onder meer over het overwinnen van zijn verslavingen.
De zestien songs (ruim 55 minuten muziek) ademen pure ambachtelijkheid, diep gedoopt in akoestische country en bluegrass. Daarbij krijgt hij hulp van topmuzikanten als Christian Sedelmeyer (Jerry Douglas Band, fiddle), Markus Stadler (Michael Martin Murphey, banjo, dobro, mandoline, bouzouki, gitaar en zang) en Jeff Taylor (Vince Gill, accordeon). Jubal Lee zelf schreef alle songs, zingt met warme overtuiging en speelt gitaar en mondharmonica.
Hoogtepunten zijn de titeltrack Squirrels – een rechtgeaarde bluegrass-stamper – en het aanstekelijke Don’t Be a Dickhead, een midtempo countrylied met een prikkelende boodschap. Squirrels is een bijzonder geslaagde countryplaat: eerlijk, ambachtelijk en doordrenkt van roots. Steve zou er trots op zijn geweest. (7Bridges Entertainment)