Ga naar de inhoud

Ian Siegal meets Johnny Mastro, Easy Tiger

Ian Siegal meets Johnny Mastro - Easy TigerHet is alweer een tijd geleden, in 2011, dat Johnny Mastro & Mama’s Boys en Ian Siegal samen optraden tijdens het Bluezy Blues Festival in Ridderkerk. Beide optredens waren indrukwekkend, en tot ieders verrassing kwam Ian zelfs tijdens het optreden van Mastro en zijn band het podium op om een paar nummers mee te zingen. Het resultaat? Een onvergetelijke avond.

Niet lang daarna hoorde ik Ian zichzelf omschrijven, niet als een ‘bluesman’, maar als een ‘bluesfan’. Hoewel ik zijn bescheidenheid waardeer, bewijst hij met Easy Tiger dat hij meer is dan dat. Dit album is pure klasse en komt akelig dicht bij de essentie van de blues zoals die bedoeld is.

De CD bevat dertien nummers, live opgenomen in de legendarische Bigtone Studios in New Orleans, met Ian Siegal en Johnny Mastro als co-producers. Het resultaat is intens, rauw en authentiek. Dit jaar hebben heel wat geweldige Nederlandse albums mijn CD-speler gepasseerd, maar Easy Tiger steekt er wat mij betreft met kop en schouders bovenuit. Vanaf het openingsnummer grijpt het je bij de strot en laat het je niet meer los tot de laatste noot.

De bezetting bestaat uit Ian Siegal (zang, gitaar, percussie), Johnny Mastro (harmonica, zang), Smoke Brown (gitaar), Josh Kerin (bas) en Chris Davis (drums). De nummers zijn een mix van eigen werk en twee zorgvuldig gekozen covers: “Baby, You Can Get Your Gun” van Earl King en “I Won’t Cry No More” van Carlos Guitarlos. Vier nummers zijn geschreven door Mastro en Siegal samen, twee door Ian alleen, drie door Mastro, en twee samen met Luther Dickinson.

De samenwerking tussen Siegal en Mastro voelt als een ‘match made in heaven’—ironisch genoeg om de muziek van de duivel te spelen. Ian mag zichzelf dan geen bluesman willen noemen, maar ik heb dit jaar weinig albums gehoord die dichter bij de ziel van de blues komen dan Easy Tiger.

Het openingsnummer “Four On The Floor” roept qua zang herinneringen op aan Fleetwood Mac’s “Oh Well”. Tussen de nummers zitten echte juweeltjes, zoals de rauwe blues van “No Mercy”, de aanstekelijke “Wineheaded”, het scherpe “Emperor’s New Clothes” en de zinderende “Oodipuss”. Stuk voor stuk nummers die hun plek op de setlijsten van zowel Siegal als Mastro verdienen en zomaar eens toekomstige klassiekers kunnen worden. Als dit album niet uitgeroepen wordt tot album van het jaar, dan weet ik het ook niet meer.