Ga naar de inhoud

Muireann Bradley, I Kept These Old Blues 

Muireann Bradley, I Kept These Old Blues “Ik kan met pensioen. De fakkel is doorgegeven” dat zegt gitarist Stefan Grossman (78) over Muireann Bradley (17). Het mooie is dat je hem, bij het luisteren naar het album, volledig serieus neemt. Toegegeven dat het gevoel wat ‘I Kept These Old Blues’ oproept op nostalgische gronden gebaseerd kan zijn, is het vooral de verrassing die het album oproept

Muireann Bradley komt uit County Donegal, Ierland. Opgroeiend met oude blues en een gitarist als vader (sorry een vader die gitaar speelt) in een idyllisch heuvellandschap doet haar, op negen jarige leeftijd, de vraag stellen om op een eigen gitaar te mogen leren spelen. De gitaar komt er en haar vader geeft haar les in verschillende fingerpicking blues stijlen.

De verstrekkende gevolgen van de covid-pandemie duiken steeds weer op. Ook voor Muireann was dit een moeilijke periode, want als contactsport beoefenaar valt haar sportwereld stil. Ze richt zich volledig op haar gitaarwerk en de oude bluessongs. Heeft geen last van ‘tegendraadse’ reacties wat de muziek betreft. Geen oordeel over, “die oude muziek van pa”. Sterker nog, muzikanten als Rev. Gary Davis, Libba Cotten, Robert Johnson, Robert Wilkins en natuurlijk et cetera, spreken haar enorm aan.

Muireann plaatst filmpjes met haar vertolkingen op YouTube. Dat blijft niet onopgemerkt. Het zorgt ervoor dat de Amerikaanse Josh Rosenthal van het kleine old-rootslabel ‘Thompkins Square Records’ een album van haar wil uitgeven. ‘I Kept These Old Blues’ is een feit.

Muireann is zo’n goede gitarist met een zo sprankelende iets geknepen heldere jonge stem dat haar vertolkingen van de songs als vanzelfsprekend klinken. Elke song is in één, soms in twee keer, opgenomen. Toch heeft Muireann, zij het in korte tijd, intensief op de songs moeten studeren om ze zich eigen te maken, maar dat is niet merkbaar. Eenmaal in de vingers, ‘floepen ze zo de microfoon in’, worden ze gezongen en gespeeld alsof ze net zijn doorgegeven van oma op moeder op dochter. De songs zijn nergens oudbakken, ze zijn zeer herkenbaar heerlijk om naar te luisteren, ze zijn nergens aangedikt of voorzien van een, ‘ik doe net alsof ik een blueszangeres ben’, ondertoon.

Alle song stammen uit het begin van de vorige eeuw. Blues, country-blues en folkliedjes waarvan niet altijd bekend is wie de schrijver is maar die wel bekend zijn. Het wellicht overbekende ‘Candy Man’ is de opener. Het brengt mij direct terug naar de tijd dat Donovan hoogtij vierde met deze en andere covers. Maar dat is het hoofdstuk ‘nostalgie’. Ik heb geen idee of Muireann zijn versie kent. ‘Police Dog Blues’ klinkt als een zwart-wit film die in kleur wordt vertoond. Haar fingerpickingwerk op ‘Stagolee’ is van een fraaie vlotheid die het verhaal van de song niet bedachtzaam maar simpelweg als feit uit vervlogen tijden voor de voeten gooit. Eigenlijk met wat meer afstand zoals een jong iemand wellicht tegen zo’n geschiedenis aankijkt. Met ‘Delia’ laat Muireann echter horen dat ze een verhaal kan vertolken. De rust die ze in deze song aan de dag legt, zegt iets over hoe ze in haar muziek kan groeien. Zeer fraai.

Een doorgewinterde ‘muziekdeskundige’ merkt op dat Muireann een volgende keer zelf songs moet gaan maken. Alsjeblieft zeg, gun haar eerst haar eigen weg vinden, muziek maken waar ze van houdt. Een recensent is geen platenbaas. Op het podium van BBC programma ‘Hootenanny tv-show’ schijnt ze onverschrokken en loepzuiver te hebben opgetreden en dat zegt veel volgens de deskundigen en daar zouden ze dan weer eens helemaal gelijk in kunnen hebben. Snel luisteren nu naar haar twaalf klassiekers. Ze bewaart ze zorgvuldig en heeft ze voor volgende generaties prachtig vereeuwigd.