De mysterieuze folkband Espers kende ik al als een (voor mij) grote verrassing in 2004, maar was een beetje weggezakt in mijn auditieve geheugen. Tot ik “Furling” van Meg Baird, ex bandlid van Espers, onder ogen kreeg. Met een verrast sprongetje van vreugde tot gevolg. Zou dit album wederom voor een verrassing zorgen? Bleek ook nog dat Meg bepaald niet stil gezeten had.
In 1881 wordt Isaac Garfield Greer geboren. Hij verzamelt, vertolkt en verdiept zich in de volksliederen uit North Carolina. Achter-achternicht Meg Baird uit New Jersey, maar nu wonend in San Francisco, krijgt het door zijn passie ook te pakken. Studeert piano, leert zichzelf gitaar spelen en beschikt over een bijna genetisch bepaalde folkstem. Zacht, hoog zuiver en vooral mysterieus. Dat uit zich aanvankelijk in Espers waar ze vier albums mee maakt. Niet één op één vergelijkbaar, maar hun muziek geeft mij een “Pentangle” gevoel en dat is een uitermate mooi gevoel. Espers klinkt sterk UK-folk, zeker doordat ze covers van de overkant omarmen maar ook het experiment niet schuwen. Dissonanties in toonsetting en in instrumentarium zorgen voor een geheel eigen geluid.
Nog tijdens de Espers periode maakt Meg onder eigen naam haar eerste twee albums. Met harpiste Mary Lattimore maakt ze in 2018 het spannende dromerige album “Ghost Forest” en met zus Laura op Appalachian ballads gebaseerde albums waarvan “Until You Find Green” uit 2012 het meest bekend is. Gaat ze in 2009 ook nog drummen in de punkformatie Waterly Love en in 2019 drumt en zingt ze in de psychedelische rockformatie Heron Oblivion. Niet overslaan overigens, want het naast gebaande paden lopen is haar ook in de folkmusic niet vreemd. Diepgravend onderzoek naar alle muzikanten waar ze haar stem aan heeft toevertrouwd leidt tot fraaie verrassingen.
“Furling” is qua instrumentarium het meest uitgebreide solowerk. Meg speelt op de negen songs, naast akoestische gitaar en piano, vibrafoon, bas, drums, melotron en orgel. De 60e jaren folk uit de UK is in verschillende toonaarden aanwezig. Meg omschrijft haar muziek niet maar kan leven met ‘psychedelisch’ en ‘experimenteel’ als voor de hand liggende termen bij het beluisteren. Ze hoopt met “Furling” te bereiken dat mensen die er naar luisteren na afloop het gevoel hebben iets te hebben meegemaakt. Sfeer, emotie en daarin meegenomen worden ter verrijking van het gevoelsleven, is een doel. Op “Ashes Ashes” legt Meg op een pianomelodie met vibrafoon, percussie, gitaar en stemklanken een feilloze mystieke abstractie neer. Op een akoestische fingerpicking melodie doet ze met haar fijnbesnaarde stem op “Star Hill Song” melancholie herleven als was het 1970. “Twelve Saints” heeft in alle kalmte iets meer rocktrekjes. Elektrische gitaar, een slepende melodie, kalm wegtikkende percussie en een vibrafoon intermezzo zorgen voor een verlangende deining. Spannend is “Unnamed Drives” met steeds kleine aanzwellingen en een zware basedrum op de achtergrond. De zanglijn overweldigt en roept een ongrijpbare emotie op. “Will You Follow Me Home” is rijk gearrangeerd ruimtelijk. Meg zweeft over de muziek. Op “Wreathing Days” is het pianospel van Meg krachtig dwingend, haar zang als flarden die zich net boven de grond wentelen. Een heerlijke afsluiting.
Wat een fraai album. De sfeer ademt Britse folk maar is in bredere zin vooral Baird’s muziek. Ze zoekt en weet op mysterieuze wijze sferen op te roepen die waarschijnlijk alleen in folk te vinden zijn, die oud zijn maar waarop ze voortborduurt en waar uniciteit uit spreekt. Ik voel mij er thuis bij want overweldigd worden is gewoon lekker. Alweer een vroeg album voor het jaarlijstje.