Ga naar de inhoud

Matt Owens & The Delusional Vanity Project, Way Out West

Singer-songwriter en gitarist Matt Owens was medeoprichter en bassist van Noah and the Whale, een Londense band die wereldwijd een grote schare fans aan zich wist te binden door hun moderne indie-folk/popliedjes. Liep er niet mee weg, wat gelukkig niet gezegd hoeft te worden over het op americana- en alt. country leest geschoeide liedjes van Way Out West, het vierde album en zijn beste. De elf naturelle songs vormen een mooie balans tussen lyrische gitaarrock, donkere én liefelijke ballads. Songs in de geest van zijn helden als Warren Zevon en James McMurtry, zoals opgetekend in het persbericht. Maar Neil Young & Crazy Horse mag, volgens mij, als eveneens belangrijk inspirator niet ontbreken. Hoe dan ook, dit album bevat een uitstekende mix van goed in het gehoor liggende, no nonsens liedjes. Toegankelijke, soepele melodieën, opgetuigd met stevig (soms drieledig) gitaarwerk, vergezeld en ondersteund door piano, orgel, bas, drums en een prachtig klinkende mondharmonica, wat een aangenaam nostalgische en melancholische sfeer oproept. Waar de rockarrangementen dankzij de eerdergenoemde inspiratiebronnen behoorlijk Amerikaans van snit zijn, klinken de ballades en trouwens ook zijn rauwe hese zang gewoon Brits. Al zal er mogelijk (voor de insider) een Iers laagje op zitten, doordat Owens na het verscheiden van Noah and the Whale in 2014, liefst 14 keer als soloartiest op pad was aan de westkust van Ierland.

De songteksten gaan over serieuze levens onderwerpen, maar er is ook ruimte voor lichtere thema’s als liefde voor oude gitaren en ijskoud bier. Matt Owens toont zich op dit album als een hartverwarmende songschrijver van heerlijke liedjes. Maar één uitzondering daarop is The Bard of the Bars, omdat de jazzy melodie, voor mijn gevoel, nogal uit de toon valt.