Ga naar de inhoud

Landless, Lúireach

Landless, LúireachRuth Clinton, Meabh Meir, Sinead Lynch en Lily Power samen ‘Landless’ laten mij, na het horen van ‘Lúireach’ achter met de overweging: “ga ik het verlies van wat ik net heb gehoord, maar nu is afgelopen, verwerken om weer terug te keren in het dagelijkse, of duik ik nog een keer onder in de wereld waarin het dagelijkse versmelt met oude verhalen, met paradijselijke landschappen, met de elementen, met de worsteling overeind te blijven in het leven”. Ik doe het laatste en merk dat de liederen van Landless mij lijken te zeggen dat de discrepanties in het leven dragelijk worden als je de melancholie die ze teweeg brengen toelaat. Doe je dat dan ontstaat er een mystieke schoonheid die de tijd doorstaat, troostrijk is en strijdbaar maakt.

De wederopstanding van traditionele en op traditionele muziek gebaseerde Gaelic folk kent een flinke aanloop. Dublin speelt daarin een belangrijke rol. Lankum (zie review van 6 mei 2023) en ØXN (zie review van 25 november 2023) zijn daar schitterende voorbeelden van. De vier vrouwen van ‘Landless’ ontmoeten elkaar in de folkscene van Dublin en zingen al ruim tien jaar als acapella zanggroep samen. Gloedvol, zuiver, gedragen en gelaagd. Hun eerste album, ‘Bleaching Bones’ uit 2018, weliswaar op enkele songs spaarzaam begeleid door een onderliggende droneklank, is van een indrukwekkende soms sacrale schoonheid waarin de oudheid van de liederen doorklinkt naar onze tijd. Onze tijd klinkt ook door in twee, in de geest vretende, louter op toon gezongen koorzangen. Atonaal Gregoriaans zou ik de klanken willen noemen.

Op ‘Lúireach’ maken de zangeressen iets meer, maar nog spaarzaam, gebruik van instrumenten. Pomporgel, pijporgel, shruti box, altviool, banjo, piano en trombone. Vrij naar Lily Power: “Het gebruik van instrumenten gebeurt op een organische manier tijdens de opnames. Elke suggestie van één van ons bespreken we uitgebreid samen en met producer-muzikant John Murphy (Lankum en ØXN) met als uitgangspunt dat het de samenzang moet dienen”.

Hoe fraai Landless verschillende tijdsgewrichten in elkaar vlecht is te horen op ‘Lúireach Bhride’. De tekst is van de hedendaagse Ierse dichter Annemarie Ní Churreáin. De muziek is van Landless. Het orgel zorgt voor een sacrale maar zelfverzekerde laag. Het is een lied wat eeuwen geleden al had kunnen klinken om de vrouw, tegen de verdrukking in, te verheffen. ‘The Fisherman’s Wife’ is geen onbekend lied. In een raamwerk van een enkele pianotoon en enkele gedragende piano akkoorden, is het een met spanning omgeven tweestemmig gezongen lied. ‘Death And The Lady’ is harmonisch zo veelzijdig dat de stemmen elkaar, bij gelijke tekst, omcirkelen. Samen met donkere klanken een uitermate krachtig gedragen uitgesponnen verhaal. Hoe anders is het veel ijler gezongen Slowaakse volkslied ‘Ej Husari’. Het trekt zich traag en melancholisch met een droneklank aan je voorbij en sluit het album, als tiende lied, af.

‘Lúireach’ dat staat voor zowel een lofzang als een beschermend kledingstuk, is van een hemelse schoonheid. De muziek van Bach mag dan direct uit de hemel zijn neergedaald, de muziek van Landless daalt, met terugwerkende kracht, al eeuwen samen met de grote meester af. Ik ben niet alleen verwonderd, ik ben diep onder de indruk en ook blij met zoveel eeuwigheid. Een hele troost voor het eindigende bestaan. Ga er maar eens onbevooroordeeld voor liggen zou ik zeggen