Ik zit op dit moment te luisteren en kijken naar “Drawn” een voor gitarist Joost Dijkema experimenteel muziekstuk dat gebruikt is bij deze kunstfilm van Erik Stokker. Een aaneenschakeling van fantastische zwartwit tekeningen. Een niet voor de hand liggende opening voor deze review want Joost is met name een fenomenale fingerpicking gitarist-singer-songwriter, verlangend naar Americana uit de 50e jaren en geïnspireerd door Michael Chapman, Leo Kottke en Townes van Zandt. Toch doe ik het want met “Drawn” toont hij aan over een brede artisticiteit te beschikken.
Joost Dijkema, een stil water met een diepe grond, geboren in ’89 in Rolde. Hij woont in Groningen en beklimt de muzikale ladder vanaf zijn vierde jaar toen zijn ouders hem meenamen naar een optreden van “Lefthand Freddy”. Kleine Joost is verkocht!
Hij lijkt overal aanwezig wat podia in Noord-Nederland betreft. Werkt bij muziekcafés, bij Vera, het poppodium van Groningen, en komt met allerlei muzikale stromingen in aanraking. Leert zichzelf op zijn 15e gitaar en banjo spelen en gaat zich op fingerpicking toeleggen. Joost groeit van posities naast de podia uit tot muzikant op de podia. Als drummer, als zanger-gitarist in een punkrockband, als gitarist-zanger-banjo-mondharmonicaspeler in zijn countryrockband ‘Reverse Cowgirls’. Werkt samen met Groningsdialect singer-songwriter Bert Hadders o.a. bij het maken van de muziek bij het toneelstuk ‘De Poolse Bruid’.
Zijn eerste soloalbum is “Sacred Revelations” uit 2016. Op de viool na speelt Joost alle instrumenten zelf. Prominent is de fingerpicking gespeelde gitaar en de twaalfsnarige gitaar. Instrumentals met lading. Songs met bespiegelingen over het tot dan toe geleefde leven. Een album om in meegenomen te worden. “Time Thief” komt uit in 2019. Een ‘Kottkiaans’ album opgebouwd uit zowel folkrock-bluegrass liedjes en instrumentale nummers als solo fingerpicking juweeltjes. Het thema op dit album is ‘tijd’. Tijd als fenomeen waarbinnen zich het leven met al haar mooie en onzekere gebeurtenissen afspeelt. De toekomstige tijd is al net zo ambivalent als de verleden tijd, vertelt Joost ons op dit album.
“After Thunder Sun”, waarop Joost Dijkema wederom zelf alle instrumenten bespeelt, is in muzikaal opzicht nog wat breder en elektrischer dan zijn voorganger. Enkele songs schuiven naar de noemer ‘Americana’. “Shards Of Love” is zo’n mee wiegende Americanasong waarin fingerpicking- en elektrische gitaar lekker samen op gaan. Een song als “Buddy” neigt zelfs naar een langzame Mark Knopfler. Heel druppelsgewijs spreekt “Let It Rain” tot onze verbeelding in droge tijden. Kalme diepe fingerpicking met een door suizende wind aanzwellend wolkendek. Hoewel het reeds het oor gepasseerd is sluit “After Thunder Sun” heel mooi aan. Na het geluid van een wegtrekkende donderbui pakken banjo en akoestische gitaar de typerende atmosfeer op. De hitte is weg en de zon zelf lijkt ook te genieten van de weersomslag. Razendsnel dendert Joost met tien vingers “Vic’s Raga” door naar het einde en komt net voor de streep tot een relatieve rust. Prachtig! Als medeliefhebber van het gitaarspel van Michael Chapman spreekt “The Chap From Wrytree” tot mijn verbeeldende herinnering. Zo’n gitarist vergeet je nooit meer. Joost vergeet hem ook nooit meer en lijkt met dit instrumentale stuk samen met Chapman op het podium te zitten. Een ode waarop hij zelf kan voortborduren.
Joost Dijkema is niet bang. Hij pakt wat pakkend is voor zichzelf en maakt zijn eigen traditie, wars van elke trend. Hij mag dan in Amerika getoerd hebben. Hier moeten we hem op veel ruimere schaal gaan waarderen. Hem ophalen en kansen geven op veel meer ‘kleine grote podia’. Zodat meer mensen kunnen ervaren dat hij al op jonge leeftijd legendarisch is.