John Craigie geboren (1980) is opgegroeid in LA. Studeert af als wiskundige in Santa Cruz waar hij in het lokale circuit begint op te treden. Aanvankelijk als zanger/gitarist in de coverband “Pond Rock” met nummers uit de jaren 60 en 70 op het repertoire. Die jaren is hij niet vergeten. De weg om zelf niet vergeten te worden is lang. Hij duurt al een jaar of 10 en een even groot aantal albums. Zes studio albums, twee cover albums, twee live albums.
Daar eerst maar eens ingedoken en dat is heel plezierig om te doen zo bleek. Ik pak er twee, voor mij in het oog springende, albums uit. In 2015 neemt John Craigie “Working On My Farewell” op. Ik heb daar, auditief, heerlijk op mee gevaren. Een, in muzikaal opzicht, open album. Klein georkestreerd, klankvol en ruimtelijk en bij tijden spannend. Folk in een laidback jasje. In 2018 ziet “Scaregrow” het licht. Geschrokken ben ik er niet van want wat een prachtig klein akoestisch album. Alleen de stem van Craigie, zijn gitaar en een enkele keer de mondharmonica. Menigeen zal het te uitgekleed vinden maar persoonlijk vind ik dit album ‘niet aangekleed’. Het toont de ware aard van de songwriter John Craigie. Andere albums vind ik, de één meer dan de ander, een stuk minder interessant. Omgeven door nogal wat “bluegrass achtige” deuntjes zitten er prachtige liedjes tussen maar de mix van stijlen stoort en lijkt afbreuk te doen aan het geheel van de albums. Niets ten nadele van bluegrass overigens. Bluegrass ben je, dat speel je niet. (sorry voor deze gemankeerde oneliner)
John Craigie heeft een iets nasale warme beetje slepende stem met een charmant klein bereik. Zacht zingen is een kunst die hij verstaat. “Asterisk The Universe” is het zevende studioalbum. Halverwege passeert, fraai uitgevoerd, J.J. Cale’s “Crazy Mama”. Ik ben geneigd om te zeggen dat de andere songs op het album zich daar omheen hebben gegroepeerd. John Craigie wil duidelijk laten horen waar een deel zijn muzikale hart ligt en dat is in de jaren 70. Bleus, soul, folk, beetje jazz en Californië als habitat. Relaxed en (hoe tegenstrijdig) eigentijds uit voorbije jaren.
Piano begint, bas sluit aan, het orgeltje zet de algehele sfeer kracht bij, dan breekt de zang door en maakt de gitaar het geheel compleet. “Don’t Deny” klinkt als iets heel bekends.” The Rainbow Girls” versterken, als backing vocals, op “Used It All Up” de sfeer van nog langer geleden. Op “Son Of A Man” klinkt John Craigie als de zanger die op heel rustige wijze zichzelf overweegt. “Part Wolf” is eveneens een zich afvragende song naar wie of wat je bent en waardoor dat komt. ”Vallecito”. Staande op een kruispunt met maar één weg terug? Naar mijn smaak de mooiste song van het album. Ik heb mijn voorkeur, wat de muziek van John Craigie betreft, gevonden. Klein, ruimtelijk en vol vertellingen met een vaak behoorlijk persoonlijke overweging. “Nomads” is een ware afsluiter. We zwerven wat af door ons leven, verliezen en worden niet verstaan. Het leven van een muzikant verwoord in een soort gebed aan Saint Christopher, de patroon heilige van de reiziger. Een bijna “Dylaneske” song.
Een beetje in de war ben ik wel. John Craigie treedt veel op, vaak in de kleinere gelegenheden voor een trouwe schare liefhebbers. Zijn voorstellingen zitten vol verhalen en anekdotes waarin hij zijn publiek betrekt. In zo’n setting kan ik zijn muziek zeker plaatsen. “Asterisk The Universe” lijkt iets te veel een project maar of dat erg is, is de vraag. Fantastische band, teksten met zeggingskracht maar samen met de perfect gespeelde arrangementen niet altijd pakkend. Ondanks dat, lekker naar geluisterd en tot slot zijn eerder genoemde, minder gepolijste, albums nog een keer afgespeeld.