Ga naar de inhoud

Hartwin Dhoore, Waterman

Hoe dominant en eigengereid een instrument is hangt van (minstens) twee factoren af. De specifieke klank en de muzikant. Hartwin Dhoore bespeelt de diatonische accordeon. Een studie over de werking van dit instrument laat ik graag aan jullie als lezer over. Kort gezegd: dit instrument is gangbaar in veel takken van de folkmuziek en klinkt in die zin herkenbaar en leent zich duidelijk voor de wat frêlere toonzetting.

Hartwin Dhoore is een Vlaamse muzikant die sinds 2005 de accordeon als zijn lijfinstrument bespeelt. Met zijn broers Koen en Ward vormt hij het Trio Dhoore. Tussen 2013 en 2019 maken ze vier instrumentale albums. De Scandinavische en Keltische landen bieden grif hun folk podia aan om op te komen treden maar vanzelfsprekend dienen ook de Benelux landen zich aan. Ook Duitsland, Zwitserland, Canada en de VS worden muzikaal bezocht.

Het is heel plezierig om de muziek van Dhoore te ontdekken. In de aard van de zaak hoor je heel vertrouwde Europese folk klanken met de accordeon als kern instrument, soms bijna gebruikt als vervangende viool, ruim gelardeerd met akoestisch- en soms elektrische gitaar, een enkel electro detail, een blazer en her en der een geluidspalet. Alles echter heel gedecideerd en met het accent op het akoestische. Regelmatig rap gespeelde composities afgewisseld met licht melancholische muziekstukken. Martin Carthy en Dave Swarbrick lijken mij inspiratiebronnen maar het mooie is dat Dhoore eigen composities maakt met Europese folk fragmenten als hoofdbestanddeel. Gaandeweg de albums worden de composities rijker, wat voller en minder fiddle achtig. Heel knap hoe er steeds, bijna onopvallende, toonzettingen zijn toegevoegd aan de composities.

Saaremaa is een eiland in de Baltische zee. Leana Vapper is daar geboren en sinds een aantal jaren, na hun ontmoeting in Gent in 2011, is dat de woonplaats van het, inmiddels, echtpaar Dhoore/Vapper. Saaremaa behoort tot Estland en heeft qua kalmte en rust een welhaast Scandinavisch karakter. Leana zingt, bespeelt doedelzak en fluit en componeert.

Samen richten ze het duo “Estbel” op en maken in 2015 het album “Saar”. Waar ook o.a. broer Wart op mee speelt. De muziek van Trio Dhoore sluit mooi aan bij die van Leana Vapper. Als duo “Leana & Hartwin maken ze in 2019 het album “Kodu”. Een, naar mijn mening, met veel passie gecomponeerd album. Slechts hun beiden prachtig afgestemd op elkaars muzikale mogelijkheden. Geen gitaar en dan hoor je hoe eenzelfde soort toonzetting een heel andere sfeer teweeg brengt. De teksten op beide albums zijn in het Ests gezongen. De klank van een “vreemde” taal draagt naar mijn idee bij aan het geluidsbeeld al denk ik dat de middelwarme stem van Leana ook zeker in andere talen goed zou klinken.

In 2018 laat Dhoore het boek “Out of the box” verschijnen met honderd eigen composities. De titel suggereert dat de stukken niet zijn wat je hoort en dat is in zekere zin ook zo. “Waterman” bewijst dat. Op het eerste oppervlakkige gehoor lijken de tien accordeon stukken op traditionals maar ondanks dat ze een aantal wetmatigheden bevatten die in de folk gebruikelijk zijn, hoor je nieuwe frisse melodieën. Gewaagd vind ik het wel. Alleen een accordeon? Ligt dat niet karig in het gehoor? Laat ik dit zeggen: Hartwin Dhoore is een zo’n fantastisch goede muzikant dat wat hij speelt niet stuk kan. Hij dartelt als vanzelf over de toetsen en klinkt zo één met zijn instrument dat iedereen, of je de accordeon nu apprecieert of niet, zal zeggen dat het verrekte goed is. De accordeon is een gelaagd instrument. Dhoore legt heel mooi verschillende, elkaar ondersteunende, melodie- en baslijnen naast- en door elkaar. Wisselingen in tempo zorgen voor een subtiele spanning.

Titels als “Waves”, “Underneath the stars” geven een auditieve denkrichting aan de stukken, meer niet. Allemaal zijn ze interpretabel door het brein van de luisteraar. Persoonlijk zou ik ze, als in de klassieke muziek, van een nummering hebben voorzien. Waterman is het sterrenbeeld van Dhoore. Een te respecteren albumtitel maar inwisselbaar. Niet te vangen dus dit folk album dat naar mijn mening het beste als één geheel te beschouwen en te beluisteren is.

Zelf vind ik het heerlijk om, zeker als de stemming mij er toe noopt, te luisteren naar zoveel klank op de enkele toets. Daarbij niet te hoeven denken: “wat vind ik er van” maar te ondergaan dat er muzikanten zijn, echte muzikanten, die goudeerlijke muziek maken zonder sterren op hun schouders en muzikaal heldendom. (bewondering heb ik eigenlijk wel)