Ga naar de inhoud

Duffhues, Warlock Enemy

Duffhues, Warlock EnemyMet een voelbare aversie tegen alles wat met de gladgestreken materialistische eenvormigheid van veel huidige ‘muziek’ te maken heeft, begint ‘Warlock Enemy’ zich te ontvouwen uit mijn koptelefoon. Nee, gladgestreken is het niet. Wel ontdaan van elke luxe. Een ‘product’ als van een pottenbakker die kop en schotel vaarwel heeft gezegd en alleen nog koppen maakt. Op voorhand gebarsten en niet afgewassen na gebruik.

Duffhues uit Den Bosch, geboortejaar 1973, doorkruist vanaf zijn 17e het rijk der kunsten. Hij houdt zich bezig met multimedia projecten, muziektheater, videokunst maar is ook muzikant, songwriter, voormalig bandlid en heeft een solo muziekcarrière met reeds negen albums op zijn naam. Eén en ander is iets uitgebreider beschreven in de review over zijn voorlaatste album, ‘Murder Call’ uit 2022.

‘Warlock Enemy’ ontvouwt zich en ik denk: “zijn vorige album heb ik toch met gemengde gevoelens tot mij genomen?” Waarom zijn die gevoelens er nu dan niet? Ja natuurlijk, het is een nieuw album maar toch. Ik speel ‘Murder Call’ af en besef direct dat ‘Warlock Enemy’ een veel grotere mate van oprechtheid heeft. Geen muzikale performance rondom een bepaald type verhaal maar zo vrij dat de muziek het verhaal mee vertelt als een tweede verteller en sfeermaker. De donkere vertelstem van Duffhues staat hiermee op de voorgrond. ‘Farm Claener’ is, op akoestische gitaar en banjo, in al zijn eenvoud blues-folky mistroostig. Een klein melodisch, vier tonen tellend trappetje, geeft een lekkere Smog-achtige (Bill Gallahan) sfeer aan de song. De gitaarakkoorden op ‘Hunting’ verlopen soms iets atonaal, en een mooi melodieus loopje tilt de song even uit zijn schulp. Ingetogen met meer nadruk op de zangmelodie en een geneuriede achtergrond. De jacht op het onbereikbare, op liefde in een wereld waarin het slechter en slechter gaat. Geïllustreerd door een zeer toepasselijk schokkerig 8 mm filmpje met natuuropnames op You Tube. Even omschakelen naar ‘Doorbell’ een blues-punk verhaal met repeterende akkoorden. Je zou een bijtende zang verwachten maar juist de kalme spitsheid waarmee Duffhues ‘proclameert’ maakt de song bijna spottend en springt het refrein “hop, hop, hop” er steeds lekker uit. ‘Warlock’ heeft een fijn tempo met een raspende atonale gitaar op de achtergrond.

Een typerende manier van zingen van het laatste woord in een zin is een terugkerend fenomeen in Duffhues songs. Bijvoorbeeld: Hè-hè-hè-hands of ai-ia-ai-eyes met een kromming iets aflopend in toonhoogte. Duffhues bereikt hier een heel aparte sfeer mee. Geeft net iets meer melodie aan de zegzang die hij veelal gebruikt. Donker zijn zijn verhalen en het wordt er niet vrolijker op als observator van de wereld en haar recente geschiedenis. Afsluiter ‘Burn’ zie ik voor me in een, langer durende, toneel uitvoering. Een halfdonker toneel zonder decor, alles wat er staat aan toneelattributen zichtbaar. Een verteller-gitarist op een keihard slepende elektrische gitaar, een drummer in de luwte van een schaduw beslaat aanzwellend zijn bekkens en drums. Dan een verstomming nog voor de song is afgelopen. Stilte suist na en het publiek vertrekt zonder een woord te zeggen. Ze zijn eindelijk stil door de macht van muziek. Twee ‘toegiften’ sluiten het album definitief af. Een ballade en een bonkende scheeflopende blues-story met atonaligheden.

Duffhues speelt en mixt alles zelf. ‘Warlock Enemy’ neemt hij op in een bunker bij een temperatuur van maximaal 13 graden. De luxe ver voorbij zoals het vroeger ook niet was maar zeker had kunnen zijn. Op zoek naar eigenheid vanuit blues, folk en punk. Op zoek naar eenvoud en zeggingskracht. Niet overgeleverd aan steeds weer een nieuwe trend. Daar waar ik met ‘Murder Call’ dacht aan een geforceerde onkunde denk ik bij ‘Warlock Enemy’ aan een bijzonder fijn eigenzinnig album in de categorie ‘gelukkig een keer niet nader omschreven’ met hang naar de bron van alles, ook als het anders is dan op dit album verteld.