Tragwyddoldeb. Toen ik dat woord las kon ik niet één twee drie een landstreek bedenken waar zulke woorden in het taalgebruik gangbaar zijn laat staan uitgesproken kunnen worden. Toch ligt het land van herkomst dichterbij dan je denkt. Cymru, of te wel Wales ligt hier nu eenmaal niet ver vandaan. Dit wetende klinkt het Welsh inderdaad behoorlijk Keltisch.
Tragwyddoldeb is één van de muziekstukken op het album “Edyf” (Draad) van harpiste Cerys Hafana. Het betekent “geschiedenis-eeuwigheid”. Je neemt je geschiedenis altijd met je mee. Het loopt als een rode draad door je leven. Volksmuziek is voor veel mensen uit Wales uitermate belangrijk. Het bezingt en bespeelt de eigen identiteit. De vraag van nieuwe generaties echter is: hou je vast aan traditie, maak je je ervan los om verder te kunnen of bewandel je een derde weg. Zelf zegt Hafana daarover dat volksmuziek muziek is die kan en zal worden veranderd. Soms tegen wil en dank, soms als zeer welkom om met de altijd veranderende tijd mee te kunnen en zelfs op vooruit te lopen.
Vanaf haar achtste speelt zangeres-pianist-componist Cerys Hafana harp. Eerst Keltische harp. Later de traditionele drievoudige harp. Goed om je eens verder in te verdiepen want het instrument heeft een geweldige klank en een bijzondere historie. Hafana speelt overigens ook krachtig. Ze spaart de harp niet en kan zelfs zo overweldigend de snaren beroeren dat je je omgeven voelt door haar geluid. De teksten zijn in het Welsh en hoog maar niet zoetgevooisd, met een iets slissende charmante bijklank, gezongen. Op “Edyf” staan tien muziekstukken en songs met als opener “Comed 1858”. Ruimtelijk en licht gespeelt met vibrerende vervormde klanken die de stilte van de ruimte illustreren. Hafana zingt haar lied met de kalmte van verwondering. Je wordt er stil van. “Cilgerran” is een melodieuze ritmische instrumental met percussie en bas. Het verstilde “Crwydro” heeft een kleine iets atonale verheviging waarna het terugkeert naar een haast vragende vertwijfeling aan harptonen. “Tragwyddoldeb” is een deels stevige song met percussie, blazer en bas maar heeft een kalm bezinnend begin en einde. “Y Pibydd Coch” is welhaast een klassieke muziekcompositie met volksmuziek als uitgangspunt. Gelaagd en stuwend en uitermate gevoelvol. Op “Bridoll” vertelt de harp je een ingewikkeld verhaal en legt uit waar het ten diepste over gaat. Gezwollen taal van mijn kant? Een beetje wel maar Hafana beheerst haar instrument zo volledig dat ze dit gevoel teweegbrengt. Tabla, bas, resonerende snaren en nadrukkelijk gezongen, dat is “Y Môr O Wydr” in alle hevigheid. Volksmuziek onze tijd ingetrokken. Bijtend, fel en met een donkere ondertoon. “Nant Yr Arian” is als een landschap bewandelen op harp. Je wordt licht weemoedig met weerkerende stappen door gras en over heuvels meegenomen. Dit komt nooit meer terug denk je tijdens de tocht. Als “Hen Garol Haf” begint keer je terug in een traditioneel ingezet gezongen volkslied. Een weerkerende ondertoon op snaren en percussie verhoogt de spanning Verrassend met blazers die naast een traditioneel gestreken melodie als tweede stem een eindje meelopen. Op kalme toon kwinkeleert de harp ons met “Yr Elen” op de klanken van “Comed 1858” terug de ruimte in. De eeuwigheid is begonnen. Het oude met het nieuwe, een sprankelend album van een vrijelijk spelende muzikant.
Of het nog niet genoeg is: neem en passant het album “CWMWL” ter hand. Het eerste album van Hafana uit 2020 en draai beide albums in één adem en daarna het nummer “I bhFolach gCloch” nog een keer en ervaar wat ook de piano vermag onder haar handen!