Molly leerde al op 8 jarige leeftijd de eerste kneepjes van het gitaarspelen van haar vader Jack Tuttle. Haar vader gaf gitaarles in de buurt van San Francisco. Op 13 jarige leeftijd maakte Molly een duet-album met haar vader. Tot dusverre speelde Molly in de familieband The Tuttles en een akoestische meidenband the Goodbye Girls. Na een muziekstudie aan de Berklee College of Music vestigde Molly zich uiteindelijk in Nashville, waar zij nu ook over een eigen band beschikt.
Molly Tuttle is 24 jaar en het werd nu wel tijd eens voor een solo-project. Zeker nadat Molly in 2017 als eerste vrouw gekozen werd als Guitar Player of the Year door de International Bluegrass Music Oganisation (IBMA). Tuttle dook de studio in met Kai Welch (The Greencards, Abigail Washburn) achter de knoppen. Het resultaat is Rise, een mini-CD met zeven eigen songs van Molly Tuttle.
Het album opent met het liefdesliedje Good Enough en meteen valt het krachtige ‘flat-picking’ gitaar werk van Tuttle op. Het melancholieke You Didn’t Call My Name vind ik de mooiste track van de CD. De muziek doet veel denken aan het beste werk van Alison Krauss. De song Save This Heart kwam tot stand met medewerking van multi-instrumentalist Darrell Scott (op lap steel). Het is een bijzonder liedje, omdat Molly de ‘clawhammer style’ op haar gitaar uitprobeert met een vreemde aparte ‘tuning’. Het liedje Lightnin In A Jar zit vol nostalgische gevoelens en grijpt terug naar de tijd dat Molly bij de boerderij van haar grootouders de zomer doorbracht. Na de instrumentale song Super Moon wordt het album besloten met Walden. Dit liedje is geïnspireerd door teksten van Henry David Thoreau en is een ode aan de menselijke spirit en een oproep om zuinig met de planeet om te gaan.
Zo de kop is er af voor Molly Tuttle. Gezien het knappe resultaat van Rise kunnen de liefhebbers van akoestische muziek nog veel meer moois van deze muzikant verwachten.